FARO RndR 2: denken ik en artsen mijzelf zieker?

Pagina aangepast: 13 november 2023

A man convinced against his will, is of the same opinion still.
Dale Carnegie

Hadden/hebben artsen moeite met hun rol in de nasleep door de toegenomen medicalisering, psychologisering en juridisering na rampen?

Artsen (en ook anderen) beoordelen te vaak de simpele schaduw van mij en mijn klachten, niet mijn werkelijke ‘mij’ en mijn werkelijke -vaak complexe- klachten en gevolgen.

Ik voel mij te vaak niet wezenlijk gezien en gehoord door veel artsen (overigens ook niet door veel andere professionals zoals juristen) in de nasleep.
Ik mis het open gesprek en de reflectie. Ik voel me te snel in een beperkte en beperkende (soms zelfs foutieve) diagnostische mal gedrukt.
Concentreer ik mij door dit beperkte contact onnodig op mijn beperkingen en maak ik ze daardoor groter, of overschat ik mijn mogelijkheden te vaak waardoor ik over een grens ga en daarmee op meer gebieden achteruit?

 

Mijn rol
Niet klagen maar dragen‘ en ‘rust, roest‘.
Onder andere met deze gedachten ben ik opgegroeid.
Deze gedachten kunnen meerdere kanten uitwerken:
– je maakt je (vermeende) sterke kanten sterker of je (vermeende) beperkingen groter; en
– je blijft actief, misschien ook te actief. In mijn geval bijvoorbeeld: te snel ná de crash weer proberen op alle niveaus te functioneren.

Het te snel, te veel willen doen is voor mij een valkuil waardoor ik mezelf mogelijk overbelast en verder beperk.
Daarnaast had ik de neiging  bewust over mijn grenzen heen te gaan om o.a. artsen te overtuigen van mijn klachten.

Fragmentatie en gebrek aan, geaccepteerde, kennis bij artsen
Extra stress is de eenzame en vaak tevergeefse zoektocht ná de crash.
Een obstakel is voor mij de te fragmentarische benadering door o.a. artsen. Het (overkoepelend) gesprek en de analyse ontbreekt.
Ook op mijn brein-gebied voel ik mij vaak niet gehoord/gezien (zoals ook niet in mijn onderliggende zorgen: Wat gebeurt er met mij (mijn organen), met mijn brein? Wat is mijn toekomst?).
Te vaak voel ik me dan te ‘makkelijk’ algemeen gerustgesteld of ervaar ik de reactie van een, voor mijn gevoel ongeïnteresseerde, neuroloog als een vaste-riedel-preek. Zoals het verhaal over ‘draagkracht en draaglast die niet met elkaar in evenwicht zijn’.
Ik mis dan de verklaring waarom de draagkracht is afgenomen en de draaglast is toegenomen. Ik bevries dan meestal en heb ook niet de tegenwoordigheid van geest/moed om de arts te zeggen dat ik juist bij hem/haar ben voor een verklaring van mijn afgenomen draagkracht.
NB Heel vreemd: ik word dan niet geadviseerd om naar een neuro-psychiater of een neuro-psycholoog te gaan. Hetgeen meer voor de hand zou liggen gezien de  ook fysieke aard van de crash en mijn klachten.

Aandacht als medicijn
Ik mis aandacht als medicijn.
… factoren die een goede arts-patiëntrelatie bevorderen, [zijn …] aandacht en een sympathieke opstelling, overeenstemming met de patiënt en een aantrekkelijke lokale ambiance. Voorts kan van het geven van aandacht op zich reeds een genezende werking uitgaan. [onderstreping door Cor ten Hove] Dit staat ook wel bekend als het Hawthorne-effect.
Bron: Placebo’s en placebo-effecten, GeneesmiddelenBulletin (01-01-1997)

Gedachten hierbij:
– de aandacht moet dan wel oprecht zijn en geen trucje;
door de toegenomen specialisering, protocollisering en werkdruk lijkt werkelijke en langdurige aandacht (per gesprek én aantal gesprekken) steeds schaarser te worden

Uit: Zonder context geen bewijs (Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, 2017) P 63:
Een hoge werkdruk en de organisatie van zorg werken daarmee in de hand dat zorgprofessionals gemakkelijker terugvallen op richtlijnen en protocollen, en deze gebruiken om diagnostiek en therapie te rechtvaardigen ook als het achterwege laten hiervan gerechtvaardigd is.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De gevolgen zijn vaak onzichtbaar