FARO-RndR 2: artsen en letselschade

Pagina aangepast: 21 februari 2024

Niemand weet beter hoe ziek hij zich voelt dan de zieke zelf. Toch hebben wij als samenleving de arts de autoriteit gegeven om te bepalen of iemand ‘echt’ ziek is. Een invalidenparkeerkaart, een arbeidsongeschiktheidsuitkering of een verblijf in Villa Pardoes: zonder doktersverklaring kun je ernaar fluiten.
Uit: Je bent pas ziek als de dokter iets kan vinden.
Trouw, 27 maart 2022

Extra problematisch om tot een juiste diagnose te komen, is dat artsen een inspanningsverplichting hebben, geen resultaatsverplichting.
Bron: De Geschillencommissie, uitspraak in 2020

Artsen lijken problemen te hebben om te gaan met hun, ook juridische, rol bij letsel na een ongeval.
Dit is niet alleen mijn ervaring:

“Traumatisch vertebrobasilair letsel is meestal te wijten aan auto-ongevallen; de diagnose wordt vaak gemist, deels vanwege de vertraging tussen letsel en het begin van de symptomen en, gedeeltelijk, veronderstellen we, vanwege terughoudendheid van artsen om medisch-juridisch betrokken te raken.”
Vertaald door mij uit: PubMed.gov, 2003


Eigen ervaring in 1995 (uit mijn boek)
Weer bij de ziekenhuisarts

De dag na deze keuring heb ik de derde afspraak met de arts over mijn heupproblemen. Mijn advocate heeft hem inmiddels een brief gestuurd met wat vragen. De antwoorden op deze vragen heeft zij nodig voor mijn letselschaderegeling. Zo positief als de eerste twee gesprekken waren, zo negatief is het gesprek nu. De arts reageert erg bot en zegt nu dat er eigenlijk niets aan de hand is met mijn heup en ik dat hele Faro-gedoe maar eens achter me moet laten en er mee moet leren leven. Verbijsterd staan we binnen twee minuten weer buiten. Ik sta bijna te janken in de hal van het ziekenhuis. Yvonne loopt nog terug om te proberen met de arts te praten, maar dat lukt niet.
Naschrift 2022:
Dit was ook een hele domme actie van mijn letselschade-advocaat: rechtstreeks een vraag stellen aan een arts. De advocaat had hiervoor een medisch adviseur o.i.d. moeten inschakelen. Misschien dat artsen onderling iets beter communiceren.


Het F-woord proberen te vermijden bij artsen en anderen

Zoals ik ook in mijn boek beschrijf, vermijd ik na deze ervaring zoveel als mogelijk het F-woord (FARO) bij artsen en anderen.
Dit is natuurlijk niet mogelijk, want mijn wezenlijke klachten zijn ontstaan dóór en ná FARO.
Het lijkt erop dat FARO voor veel artsen een indicatie is voor verzekerings-gedoe waar ze niet mee te maken willen krijgen en dat FARO zelfs een contra-indicatie is voor het bestaan van letsel; laat staan voor de gevolgen van letsel. Alsof ik (onbewust) wil profiteren van de crash: ziektewinst!

Meer over ziektewinst:
uit rapport WODC, 2007, en
– column 2023: ziektewinst of therapeutenwinst

Omdraaiing van bewijslast?
Nu moet ‘het slachtoffer’ (en daarmee de behandelend arts) ‘bewijzen’ wat de gevolgen zijn. Dat legt een grote druk op beiden. Juist ook omdat er ook in de medische wereld zoveel onzeker is.
Mijn idee is om de bewijslast om te draaien: de behandelend arts stelt naar professioneel eer en geweten een diagnose / bepaalt een behandeling. Indien de ‘verzekeraar’ het hier niet mee eens is, zal een keuringsarts onomstotelijk moeten aantonen wat er wel speelt.
Het voordeel hiervan is dat het nu voor de verzekeraars de moeite gaat lonen om hun kennis en kunde in te zetten voor de verbetering van De Zorg als geheel.

Tenslotte:
Zorgt de belangrijke rol van (behandelend en keurende) artsen, psychologen en psychiaters in de juridische nasleep van de crash voor (onnodige?) medicalisering, en daarmee mogelijk verergering van klachten en gevolgen?

 

 

 

De gevolgen zijn vaak onzichtbaar